Skip to content
or
banner image

Nederlandse pensioenfondsen financieren ontbossing en daar kunnen en moeten ze iets aan doen

Originally published in de Volkskrant

Nederlandse banken en pensioenfondsen faciliteren en investeren in de wereldwijde ontbossing, schrijven Simone Lovera, Kirsten Meijer en Hannah Mowat. De pensioensector is lui en zelfingenomen, schrijven Felix van Vugt (HU), Loek Spitz (HvA/HvA) en Hiske Arts (ABP Fossielvrij).

Simone LoveraKirsten MeijerHannah MowatFelix van Vugt (HU) en Loek Spitz (HvA/HvA) en Hiske Arts (ABP Fossielvrij).

Nederland betaalt mee aan de wereldwijde ontbossing. Afgelopen jaar ging er meer dan 4 miljoen hectare tropisch oerbos tegen de vlakte volgens het World Resource Institute (Ten eerste, 1 april). Dat is een gebied ter grootte van Nederland en een stijging van 12 procent vergeleken met het jaar ervoor. Nederlandse banken en pensioenfondsen faciliteren en investeren in deze kaalslag.

De belangrijkste oorzaak van deze tropische kaalslag is de groeiende vraag naar landbouwgrond voor de productie van bijvoorbeeld rundvlees, palm- en sojaolie. Meer dan een derde van de internationale handel van deze producten is bestemd voor de Europese markt. De Europese Commissie is zich bewust van haar verantwoordelijkheid: ze werkt aan een voorstel voor een ‘Europese bossenwet’. Nederland stelt zich terecht op als bondgenoot om handelsketens ‘ontbossingsvrij’ te maken. Toch gaat er iets mis.

Anderhalf miljoen hectare

In het Brazilië van president Bolsonaro ging in 2020 1,5 miljoen hectare Amazone-oerbos verloren. Rundvlees is de hoofdschuldige. Grote Braziliaanse vleesverwerkers als JBS en Marfrig zijn betrokken bij ontbossing. Nederlandse banken lenen geld aan deze bedrijven en pensioenfondsen als ABP, PFWZ en BpfBOUW investeren er miljoenen in. ABP, hét pensioenfonds voor overheid en leraren, behoort tot de tien grootste investeerders in JBS.

Zelfregulering faalt. Financiële instellingen hebben de voorbije jaren hun beleid aangescherpt en voeren gesprekken met probleembedrijven. Maar deze initiatieven hebben de Nederlandse financiering van ontbossing en mensenrechtenschendingen niet aan banden gelegd.

Zolang banken en pensioenfondsen ongestraft kunnen blijven profiteren van vernietiging van bos, blijven ze onderdeel van het probleem. Ze ondermijnen de inspanningen van de overheid en ondermijnen ook voorlopers in hun eigen sector die ontbossing proberen tegen te gaan. Dat moet anders.

Verwoesting of verantwoording

Mensen willen niet dat hun pensioenfonds belegt in de verwoesting van de Amazone. Wetenschappers uit Wageningen willen niet dat ABP nog langer investeert in Braziliaanse vleesbedrijven. Maar de meeste consumenten zijn zich van geen kwaad bewust. In een reactie stelde het ministerie van Financiën dat de keuze in welke bedrijven zij wel of niet investeren, de verantwoordelijkheid is van de individuele pensioenfondsen. Maar de keuze om al dan niet de kap van het Amazonewoud te financieren, zou niet bij individuele instellingen mogen liggen, laat staan bij werknemers of particuliere beleggers.

De overheid moet haar verantwoordelijkheid nemen door financiële instellingen te verplichten ervoor te zorgen dat de bedrijven die ze financieren niet betrokken zijn bij ontbossing. Nederland moet zich in Europa hard maken om zo’n verplichting in de Europese bossenwet te krijgen. Op die manier zorgen we voor een gelijk speelveld voor financiële instellingen in heel Europa en maken we van ‘ontbossingsvrije’ financiering de norm.

Simone Lovera, Global Forest Coalition (GFC), Kirsten Meijer, Women Engage for a Common Future (WECF), Hannah Mowat, Fern

Pensioengeld geïnvesteerd in bedrijven die desastreus zijn voor mensenrechten en leefbaarheid van de wereld

Het is een ritueel. In de media verschijnt een bericht over de kwalijke investeringen van pensioenfondsen. Nu weer met investeringen in bedrijven die samenwerken met het militaire regime in Myanmar. De reactie van pensioenfondsen is steevast dezelfde: ‘Mensenrechten en duurzaamheid zijn belangrijk voor ons en we zullen in gesprek gaan met het bedrijf.’ De aandacht ebt weg en ondertussen blijft ons pensioengeld geïnvesteerd worden in bedrijven die desastreus zijn voor mensenrechten en de leefbaarheid van de wereld.

Lui en zelfingenomen

Werknemers kunnen vaak niet kiezen voor een eigen pensioenfonds, en dat maakt de pensioensector lui en zelfingenomen. De pensioenfondsen weten dat deelnemers geen formele macht hebben om een andere koers af te dwingen en sussen ons in slaap met de belofte van ‘engagement’, het in gesprek gaan met een bedrijf. Maar zolang engagement niet gepaard gaat met uitsluiting als een bedrijf de schadelijke praktijken continueert, is het tandeloos. Deze strategie dient als bliksemafleider om te verhullen dat het pensioenfonds financieel blijft profiteren van bedrijven met desastreuze praktijken.

Dit is een onhoudbare situatie. Zo vindt bijvoorbeeld 60 procent van de ABP-deelnemers duurzaam beleggen belangrijk. Toch wordt ons geld geïnvesteerd in kolen-, olie- en gasbedrijven die verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de uitstoot van broeikasgassen op de wereld. Ook gaat ons geld naar bedrijven die betrokken zijn bij de ontbossing van de Amazone. Onze roep voor verandering wordt stelselmatig genegeerd.

Keer op keer blijkt dat pensioenfondsen de verantwoordelijkheid niet aankunnen om het hun toevertrouwde geld met respect voor mens en natuur te beheren. Toch houden werkgevers zich stil. Zij noemen het beleggingsbeleid vaak een zaak van deelnemers en het pensioenfonds, terwijl zij degene zijn die dit pensioen aanbieden.

Het is hoog tijd deze impasse te doorbreken. Werkgevers, jullie laten ons in de kou staan. Als jullie duurzaamheid echt belangrijk vinden, dan kunnen jullie je hierin niet neutraal opstellen. Schaar je achter ons, schaar je achter een leefbare wereld en sta voor een duurzaam pensioen.

Felix van Vugt (HU), Loek Spitz (HvA/UvA) en Hiske Arts (ABP Fossielvrij)

13 avr., 2021
Posted in GFC in the news